’s Namiddags ga ik kijken naar den Liendertschenweg, waar huizen en boerderijen in brand staan, een vernielingswerk door het Nederlandse leger dat reeds dagen duurt en de bedoeling heeft het voorterrein vrij te maken. ’t Is een luguber gezicht; de gevels der aardige nieuwe huisjes staan er nog als trieste coulissen; het puin rookt nog; in de verte branden de boerderijen. Wat mij zeer doet ontstellen is, dat er, behalve in ’t kanaal en in de sloten, geen water in den helen omtrek te bekennen is *… ’t water staat ver onder ’t maaiveld in de richting Schothorst, Hooglandseweg, Coelhorst, waar ik overal reed staat alles droog: gras met bloemen.
(H. Blijdenstijn 57 jaar)
* De inundatiekommen van de Grebbelinie zouden vol water moeten staan. Voor de vijand is er dan geen doorkomen aan.
Foto: De puinhopen van Liendertseweg 49, na afbraak door het Nederlandse leger. Op de achtergrond de Liniedijk, eind mei 1940 (fotograaf onbekend / Archief Eemland)