Jules Frank (1886) woont met zijn vrouw Flora aan de Johannes van Dieststraat 13 en werkt in een Joodse slagerij. Hij is actief binnen de Joodse gemeenschap en bestuurslid van de Oranjevereniging. In zijn dagboek beschrijft hij het wel en wee van de Amersfoortse Joden vanaf 16 augustus 1942, wanneer een aantal van hen wordt gedeporteerd. Hij sluit het af op 14 april 1943, als hij Amersfoort moet verlaten.